Woordenlijst
Koolstofzwart
Temperatuur en atmosfeer (spoelgas) beïnvloeden de resultaten van de massaverandering. Door de atmosfeer te veranderen van bijvoorbeeld stikstof naar lucht tijdens de TGA-metingkunnen additieven, zoals roet, en het bulkpolymeer gescheiden en gekwantificeerd worden.



Figuur 1
Figuur 1 toont polyethyleen (PE) gevuld met 1,8% roet. De eerste ontledingsstap (DTG-piek bij 479 °C) verwijst naar de ontleding van PE. Na het overschakelen van een inerte gasatmosfeer (stikstof) naar een oxiderende atmosfeer (synthetische lucht) verbrandt de toegevoegde roet volledig tot kooldioxide.
Figuur 2
Het oppervlak van de roetdeeltjes bepaalt het verbrandingsgedrag (in zuurstofatmosfeer). Hoe groter het oppervlak, hoe kleiner de deeltjesgrootte, hoe lager de verbrandingstemperatuur of hoe sneller de verbranding plaatsvindt bij een bepaalde temperatuur (zie figuur 2).
Door dit verbrandingsgedrag is het in veel gevallen mogelijk om onderscheid te maken tussen toegevoegd carbon black en Pyrolytische koolstofPyrolytische koolstof is koolstof die ontstaat door pyrolyse van organisch materiaal in een zuurstofvrije atmosfeer. pyrolytische koolstof. Daarom kan de TGA worden gebruikt om het carbon black-gehalte te bepalen, zelfs in polymeren die pyrolytisch roet vormen.

